¡Feliz cumbre! What’s in a name?

24 december, 2019

Na drie uur vertraging op Brussels Airport wegens ‘een technisch mankement’ – jakkie, dan wíl je toch niet eens meer op dat vliegtuig stappen? – was ik eindelijk onderweg naar Guatemala. Tijdens mijn tussenstop in de Verenigde Staten kwam ik erachter dat mijn aansluitende vlucht allang vertrokken was, en ik de volgende dag om 23:30 uur pas mijn eindbestemming zou bereiken.

In plaats van kerstavond te vieren in Antigua onder het genot van een glas cheap-ass vino blanco en een bord Pepían de pollo, zat ik ergens alleen op een muffe hotelkamer twintig kilometer buiten het centrum van Chicago. Gelukkig had ik ter compensatie een maaltijdcheque gekregen van toch wel vijftien hele dollars. Merry Christmas, you filthy animal.

Lees je mijn nieuwsbrief De Monthly Peper al? Ontvang elke maand schrijftips, inspiratie en licht verteerbaar leesvoer. Mét een Mexicaans randje.

De volgende dag moest ik om 15:00 uur op het vliegveld zijn en uiteindelijk kwam ik om 01:30 ’s nachts ein-de-luk aan bij mijn hostel in Antigua, Guatemala.

Mijn wekker was meedogenloos.

Nog 3 uur en 45 minuten.

Ik had een hele tijd geleden al een tour geboekt om de volgende ochtend de Acatenango-vulkaan te beklimmen en moest nog eerder uit de veren dan een roodborstje met ochtenddienst.


Het horrorverhaal over een meisje dat al twee weken in het land was en alsnog kotsend de vulkaan afkwam wegens hoogteziekte, klonk niet helemaal lekker. Ik realiseerde me dat het klimmen van zeeniveau naar 3.976 meter binnen 24 uur niet het beste idee was dat ik ooit had gehad.

Ach ja, ik had dommere dingen gedaan (lees: in de hoofdstad van Colombia midden in de nacht met een aangeschoten hoofd menen dat ik wel “even terug kon lopen naar het hostel, want zo onveilig zal het wel niet zijn en volgens Google was het niet zo ver”. Google liegt. En dat geld ben ik kwijt.).


In het busje richting het startpunt van de hike zat ik naast Enrique, een Guatemalteek die met zijn vriendin in Duitsland woonde en op vakantie was in zijn geboorteland. Heb je ooit een Latino Duits horen praten? Fascinerend gewoon. Enrique had een gigantische backpack bij zich en leek voor elke situatie voorbereid te zijn. Hij was klaarblijkelijk al goed ingeburgerd bij onze oosterburen.

Tijdens het beklimmen van de vulkaan nam ik zo nu en dan even pauze om bij te komen en te genieten van het uitzicht. Mijn ogen brandden in mijn kop, maar van misselijkheid was gelukkig geen sprake. So far so good. Een heel stuk lager zag ik Enrique vooruit strompelen, zwetend als een brilschaap dat gehuld in een bruineberenvel de sauna van Boekarest ontdekt.

Na een klim van 7,5 uur en een aantal stops, bereikten we nog vóór zonsondergang de top. Ik was bekaf, maar keek mijn ogen uit. Ik leek wel boven de wolken te zweven. De zon ging langzaam onder en creëerde een paradijselijk spektakel waar Michelangelo Buonarroti jaloers op zou zijn. Na een tijdje voegde Enrique zich bij me en riep hij:

“¡Feliz cumbre!”

Ik keek hem verward aan. “Eh, watte? Gelukkige top?”

“Ja! Daar feliciteer je elkaar mee als je de top van de berg hebt bereikt. Deze twee woorden omvatten de hele klim: het zweet, de tranen, de uitdaging en het overwinnen van je gedachten en jezelf. Je hebt het gehaald.”

Ik liet de woorden op me inwerken en glimlachte.

“Feliz cumbre, Enrique.”

Vorige
Vorige

De verraderlijke vuurbal die productiviteit heet

Volgende
Volgende

Blog schrijven: met deze 13 tips knalt je blog als een paddenstoel uit de grond